De Diepenbekenaren die onze vereniging in 1874 stichtten, waren A. Palmers, E. Schoofs, L. Beeken, G. Achten, F. Achten, L. Auwerx, H. Grosemans, J. Picaer, pastoor Pieter-Jan Claes en burgemeester R. Grosemans.

Aanvankelijk waren er nog geen optredens in het openbaar. Men speelde enkel voor elkaars genoegen. Na interne conflicten binnen de vereniging stelde voorzitter Paul Gos in 1895 orde op zaken. Het oude vaandel, dat toen verloren ging, werd in 1897 vervangen door een nieuw. De repetities vonden toen plaats in het oude gemeentehuis. Vanaf 1890 leren we aan de hand van talrijke herinneringsmedailles dat men in het openbaar optrad, zelfs buiten Diepenbeek Zo luisterde men in Hasselt de inhuldiging van het standbeeld van de Boerenkrijg op (1890), speelde men te Antwerpen tijdens de herdenking van de uitbreiding van de haven (1903) en te Hasselt bij een koninklijk bezoek (1905).

Toen het oude gemeentehuis verdween, trok men voor de repetities naar de eerste verdieping van het café van T. Claesen in de Kapelstraat.

Na afloop van de eerste wereldoorlog werd opnieuw met veel ijver gerepeteerd. Dit resulteerde in 1923 in het behalen van de eerste prijs in de 4de afdeling. In datzelfde jaar kreeg de fanfare het predicaat ‘Koninklijke’ toegewezen.

In 1931 wordt E.H. pastoor Mercken erevoorzitter. Hij zal gedurende 23 jaar zijn stempel drukken op het wel en wee van de vereniging en dit samen met burgemeester Buntinx. In december 1931 wordt de naam ‘La Renaissance’ vervangen door ‘De Stroobanders’. Deze naam werd gekozen omdat eertijds de stroband het waardigheidssymbool was van de Diepenbeekse burgemeesters en omdat deze band voorkwam in het wapenschild van onze gemeente. De vereniging is de trotse bezitter van twee zulke authentieke strobanden.

Bij het 60-jarig bestaan worden alle oude instrumenten vervangen en in 1937 kan men de Stroobanders beluisteren via de radio. Voor die tijd een hele gebeurtenis! In 1939 reist men met de plezierboot via het pas geopende Albertkanaal naar Luik om er te musiceren op de wereldtentoonstelling.

In 1947 krijgen de muzikanten een kepi, en op 5 juni 1949 heeft de fanfare een eigen kiosk, gelegen voor de kerk aan de Varkensmarkt.

Het seizoen 1956 opent met nieuwe klaroen- en trompetklanken. Van elk werden er 10 bijgekocht. Ook 10 trommelaars versterken het korps. Firmin Holtappels wordt de bezielende leider van het klaroen- en trommelkorps en zal dit blijven tot in 1983. De muzikanten krijgen nu een volwaardig uniform: grijze jas en broek, witte kepi met groene band en zwarte klep.

In de herfst van 1957 wordt in de schoot van De Stroobanders een ‘Boerenhofkapel’ opgericht, die met een tiental leden allerlei bals en feestelijkheden opluistert.

Tijdens de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958 waren De Stroobanders ‘de’ attractie op een show in het Belgische dorp. Het trommelkorps wordt in 1960 uitgebreid met vrouwelijke tamboers. Een erkenning van haar kunnen krijgt de harmonie in 1962 door met grote onderscheiding de hoofdvogel af te schieten op het provinciaal concours te Genk.

Ter gelegenheid van het mei-avondconcert in 1969 trekt de harmonie met nieuwe uniformen door het centrum. Men draagt nu een grijze broek, blauwe jas, wit hemd, blauwe das en witte kepi.

De jubileummis bij het 100-jarig bestaan werd rechtstreeks uitgezonden door de BRT. Er zijn dan 98 spelende leden. Van de Diepenbeekse bevolking kreeg men 20 nieuwe trommels als verjaardagsgeschenk.

Naast hun concerten treden De Stroobanders nu ook op als showgroep, zowel in eigen land als in Nederland en Frankrijk. Zelf organiseerde de maatschappij twee taptoes: in 1978 en in 1980. In 1984 werd het 110-jarig bestaan gevierd met 84 spelende en 16 niet-spelende leden.

De opeenvolgende dirigenten waren Paul Gos, Gregoor Peeters, Theofiel Gos, Alfons Joris, Jacobus Ketelslegers, Eduard Detournay, Modest Claes, Jozef Pieters, Omer Schepmans, Herman Luts, Noel Nozy, Armand Steyfkens, Herman Vanspauwen en Dries Wouters.

De opeenvolgende voorzitters waren Paul Gos, Theofiel Gos, Jozef Palmers, Jan Buntinx, Henri Smets, Louis Lambrichts, Jan Vrolix, Yvan Blokken en Raymond Lamerichs.

Bron: Heemkundige Kring Diepenbeek